• Handelingsplanning in het buitengewoon onderwijs


    Paulien Van Quickelberghe

    Met de goedkeuring van het M-decreet zijn zowel voor het gewoon als voor het buitengewoon onderwijs grote veranderingen op til. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften moeten volgens het decreet minder snel doorverwezen worden naar het buitengewoon onderwijs en hebben recht op redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs.










    Het buitengewoon onderwijs voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften verloopt echter op een specifieke manier. Voor elke leerlingengroep of individuele leerling wordt een handelingsplan opgesteld met specifieke doelen, rekening houdend met de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerlingen. In het kader van de actuele veranderingen is het dus zowel voor leerkrachten buitengewoon onderwijs als voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs interessant inzicht te krijgen in de manier waarop handelingsplanning vorm krijgt in de praktijk. Een exploratief onderzoek werd uitgevoerd om de professionele groei van leerkrachten met betrekking tot handelingsplanning in kaart te brengen. Om binnen de huidige kennismaatschappij te kunnen beantwoorden aan de eisen van kwaliteitsvol onderwijs moeten leerkrachten hun kennis, vaardigheden, waarden en attitudes voortdurend bijsturen. Heel wat onderzoek richt zich dan ook op de professionele groei van leerkrachten, maar weinige studies focussen daarbij specifiek op leerkrachten in het buitengewoon onderwijs. Daar leerkrachten in het buitengewoon onderwijs vaak samenwerken met ambulante leerkrachten, orthopedagogen en heel wat therapeuten, werd vooral aandacht besteed aan de samenwerking binnen zo’n multidisciplinair team. De context van het buitengewoon onderwijs verschilt hierdoor actueel nog sterk van het gewoon onderwijs. Met de veranderingen van het M-decreet voor de deur, zal ook in reguliere scholen frequenter gewerkt worden met handelingsplannen en zal ook steeds meer multidisciplinair samengewerkt moeten worden. De resultaten van deze studie zijn daarom niet alleen interessant voor scholen voor buitengewoon onderwijs, maar kunnen ook leerkrachten uit het gewoon onderwijs aan het denken zetten.

    Handelingsplanning


    In het onderzoek werd eerst en vooral nagegaan op welke manier handelingsplanning vorm krijgt in de praktijk. Uit gesprekken met directie, klasleerkrachten, orthopedagogen, ambulante leerkrachten en therapeuten uit vier verschillende scholen voor buitengewoon onderwijs blijkt dat er zowel gelijkenissen als verschillen op te merken zijn in de manier waarop scholen handelingsplannen opstellen en uitvoeren. Enkele structurele zaken zoals het werken met een begin-, midden- en eindklassenraad om de handelingsplannen op te stellen, blijken op alle scholen relatief op dezelfde manier te verlopen. Verder wordt op de verschillende scholen veel aandacht besteed aan het bepalen van de beginsituatie van de leerlingen, om op basis van deze beeldvorming geschikte doelen te kunnen vooropstellen. De evaluatie van het proces van handelingsplanning is dan weer iets dat in alle bevraagde scholen minder toegepast wordt binnen het multidisciplinair team. De verschillende betrokkenen evalueren de prestaties en vooruitgang van de leerlingen maar staan weinig stil bij de manier waarop ze samenwerken. Naast deze gelijkenissen kwamen ook enkele verschillen naar voor. Zo besteden niet alle scholen evenveel aandacht aan het handelingsgericht werken op het niveau van de school, waarbij duidelijke afspraken gemaakt worden over hoe het proces van handelingsplanning op de school verloopt. De grootste verschillen tussen scholen kunnen echter opgemerkt worden in de manier waarop samengewerkt wordt tussen de leden van een multidisciplinair team. Deze verschillen hangen samen met de mate waarin een school een duidelijke visie op handelingsplanning vooropstelt. In scholen met een duidelijke en gedeelde visie op handelingsplanning wordt meer multidisciplinair samengewerkt. Zowel bij de beeldvorming van de leerlingen, bij het bepalen van de doelen als bij de uiteindelijke uitvoering van de handelingsplannen komen de leerkrachten, therapeuten en andere leden van het multidisciplinair team vaker samen tot beslissingen.

    Belang van professionele leergemeenschappen


    Als tweede luik van het onderzoek werd dieper ingegaan op de manier waarop men samenwerkt binnen het multidisciplinair team en hoe deze samenwerking binnen de school de professionele groei van leerkrachten beïnvloedt. De professionele ontwikkeling van leerkrachten wordt beschreven als een continu en actief proces dat plaatsvindt in een specifieke context. Steeds vaker wordt ook aandacht besteed aan collectieve leerprocessen waarbij leerkrachten door samen te werken tot interessante leerervaringen kunnen komen. In dit geval wordt gesproken van een professionele leergemeenschap, waarbij het delen van waarden en normen en een gedeelde verantwoordelijkheid dragen heel belangrijk zijn. In het onderzoek kwam dan ook naar voor dat op de meeste scholen sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid en dat overal belang gehecht wordt aan het delen van een visie met betrekking tot handelingsplanning. De professionele groei van de leerkrachten staat ook in het teken van het leerproces van de leerlingen. Er wordt steeds vertrokken vanuit de noden en behoeften van de leerlingen om de handelingsplannen op te stellen. Het leren in een professionele leergemeenschap kan daarnaast ook tot stand komen door het uitwisselen van ideeën met andere professionelen (reflectieve dialoog). Op die manier kunnen leerkrachten reflecteren op hun eigen handelen wat kan leiden tot interessante leerervaringen. Ook het delen van materialen en praktijken (praktijkdeprivatisering) is een kenmerk van een professionele leergemeenschap dat besproken werd tijdens de interviews. Uit de gesprekken met verschillende professionelen van het multidisciplinair team bleek dat zij veel waarde hechten aan deze laatste twee kenmerken van een professionele leergemeenschap. De verschillende perspectieven van andere professionelen op bepaalde leerlingen of situaties worden als heel interessant ervaren en brengen de leerkrachten sneller tot professionele groei. Ook het delen van praktijken, zoals elkaar observeren of samen activiteiten uitwerken, wordt belangrijk bevonden voor hun verdere professionele ontwikkeling. Het onderzoek concludeert dan ook met de stelling dat de samenwerking binnen het multidisciplinair team min of meer kenmerken van een professionele leergemeenschap vertoont en dat vooral de invloed van de reflectieve dialoog en praktijkdeprivatisering op de eigen professionele ontwikkeling hoog wordt ingeschat. Uit de gesprekken blijkt echter dat, ondanks de waarde die eraan gehecht wordt, de reflectieve dialoog en praktijkdeprivatisering slechts in beperkte mate aan bod komen in de samenwerking binnen het multidisciplinair team. Er wordt dan ook door de leerkrachten duidelijk aangegeven dat het intenser delen van ideeën en praktijken wenselijk is. De stap om andere leerkrachten te (laten) observeren of om de klaspraktijk te delen door samen materialen of activiteiten uit te werken blijkt echter voor vele leerkrachten een grote drempel. Het creëren van een veilige omgeving waarin leerkrachten gestimuleerd worden en kansen krijgen om ideeën uit te wisselen of praktijken te delen, is dus heel belangrijk. Dit kan de professionele ontwikkeling van leerkrachten alleen maar ten goede komen en uiteindelijk de leerkansen van de leerlingen vergroten. Want in the end is en blijft dit het ultieme doel van onderwijs.


    Voor meer informatie of het bekomen van de volledige versie van deze masterproef kan u contact opnemen via Bellon@UGent.be.


    Terug naar overzicht masterproeven

    Terug naar nieuwsoverzicht